Concept
Een gerichte aanpak
In de leerwerkboekenkeren dezelfde vaste onderdelen terug. De herkenbare lay-out, pictogrammen en wetenschappelijke methode zorgen voor duidelijkheid.
Activerend en onderzoekend
- Overzicht van de leerstof aan het begin van elk hoofdstuk: leerkracht en leerling duiden aan welke doelstellingen ze al hebben bereikt
- Theorie, oefeningen en demoproeven wisselen elkaar af
- Elk hoofdstuk eindigt met een oefeningenreeks: toepassingsvragen en verwerkingsoefeningen
Demoproeven/labo's
- Demoproef: uitgevoerd door de leerkracht om de theorie te demonstreren. Vaak inductief, wat het verwerken van de leerstof vergemakkelijkt
- Labo: experiment zelfstandig uitgevoerd door de leerlingen. Op een motiverende manier geraken ze vertrouwd met een aantal onderzoekscompetenties
OVUR-structuur
- O: duidelijke onderzoeksvraag, gevolgd door een hypothese
- V: bij een demoproef tonen wij de werkwijze. Bij een labo ook de benodigdheden, eventuele verwijzingen naar H- en P-zinnen en soms enkele gerichte vragen om info op te roepen
- U: de leerling noteert wat hij tijdens het experiment waarneemt
- R: de leerling reflecteert en formuleert in zijn besluit een antwoord op de onderzoeksvraag
Extra
- In het Labo-onderdeel staat veiligheid voorop. De leerlingen vinden er ook een overzicht van al het labomateriaal én de nodige veiligheidsmaatregelen.
- De leerwerkboeken bevatten ook een gekartonneerd schutblad met het periodiek systeem van de elementen
- Achteraan in elk leerwerkboek staat een alfabetische index