2

Sociaalcompetent gedrag op elke leeftijd

De vraag is hoe we sociale competentie kunnen bevorderen op school. Voor sociale competentie zijn geen duidelijk omschreven leerlijnen beschikbaar, zoals bij rekenen en taal. Er is geen opbouw waarbij kinderen bijvoorbeeld eerst samen leren spelen, daarna leren hoe ze zichzelf kunnen presenteren en vervolgens hoe ze een ruzie kunnen oplossen. Je kunt dus niet de gedragscategorieën één voor één afwerken: alle categorieën zijn voor alle jaargroepen van belang. Per leeftijdsgroep verschilt echter wat binnen een categorie als sociaal competent gezien wordt.

Een voorbeeld. We zien dat een kleuter een ruzie gewoonlijk op een andere manier oplost dan een oudere leerling. Een kleuter zal misschien vragen ‘Zijn we weer vriendjes?’ en daarna samen doorspelen alsof er niets is gebeurd. Leerlingen uit de 3de graad staan langer stil bij een ruzie. We verwachten van hen dat ze praten over de ruzie, daarbij naar elkaar luisteren en hun eigen standpunt verwoorden. Pas als de ruzie ‘uitgepraat’ is, kan er verder gespeeld of samengewerkt worden.

De verwachtingen die je aan sociaal competent gedrag mag stellen, zijn dus voor elke leeftijd anders. Binnen de gedragscategorieën passen kinderen sociaal competent gedrag steeds genuanceerder en met meer souplesse toe. Bovendien verwachten we dat ze dat kunnen in steeds ingewikkeldere situaties.

Daarom is er de methode Kinderen en hun sociale talenten!

 

Meer nieuws