2

Verkenning en probleemstelling

In de eerste fase van de les schetst u een situatie waarin een probleem of een vraagstelling besloten ligt. Dit zijn veelal kleine problemen die de kinderen zelf herkennen. Bijvoorbeeld in het 3de leerjaar waar Jelle het geheim van Fernando (hij is verliefd op Elwan) heeft doorverteld aan andere jongens. Het probleem kunt u introduceren op verschillende manieren: in de ene les vertelt u een verhaal, in de andere les speelt u poppenkast, leest u een gedicht voor of laat u de kinderen een strip lezen. In deze fase activeert u ook de voorkennis van de kinderen over de lesdoelen en het onderwerp van de les. Wat weten ze er al over?
Door een duidelijke context en het probleem dat centraal staat in de lessen, sluit u aan bij de eigen ervaringen van de kinderen. Doordat de kinderen zich kunnen inleven, vormt de fase van de verkenning en probleemstelling een betekenisvol begin van de les. Aan het eind van deze fase formuleert u samen met de kinderen de probleemstelling of vraagstelling voor de les. In de volgende fase van de les gaat u hier met de kinderen dieper op in.

Lees verder: Oplossingen bedenken en uitproberen >>>

<<< Terug