Van magiërs en dokters
Doe uw voordeel!
Maak gebruik van de promotiecode iDBlikRef (in te geven bij de bevestiging van het winkelmandje via de knop Bestellen) en ontvang bij een bestelling van minimum 4 artikels een korting van 40%!
De gewenste artikels worden in pdf bezorgd via mail. Hieronder de eerste alinea's van het artikel (uit tijdschrift iD - schooljaar 2010-2011).
Wie ziek is gaat naar een dokter. Die zoekt uit wat er precies scheelt en schrijft een behandeling en medicijnen voor. Meestal helpt dat en genees je. Het gaat er allemaal erg nuchter en zakelijk aan toe. Dat verschilt nogal van vroeger. Dat komt vooral omdat de mensen van toen de wereld helemaal anders begrepen ...
Een magische wereld
Wij proberen de wereld op een verstandelijke en wetenschappelijke manier te verklaren en te begrijpen. Die benadering van de natuur is vrij modern, ze stamt namelijk uit de 18e eeuw. De geleerden in het oude Mesopotamië, waar meer dan 6000 jaar geleden de beschaving ontstond, zagen het anders. In het land tussen Tigris en Eufraat, dus zowat het huidige Irak, geloofde men dat de goden de wereld beheersten: een goddelijke ingreep was de basis van elke gebeurtenis.
Kennis was voor hen kennis van de tastbare werkelijkheid én van een bovenzinnelijke wereld. Geneeskunde en magie, wetenschap en tovenarij, rationeel onderzoek en bijgeloof waren niet onverzoenbaar. Integendeel, ze vulden elkaar aan.
Bezweringspriesters
De Sumeriërs en Babyloniërs meenden dat elke ziekte werd veroorzaakt door een boosaardige demon, die in opdracht van een god handelde. Daarom werden de zieken vaak door twee specialisten behandeld: een bezweringspriester of asjipu en een arts of asu. De asjipu gebruikte allerlei toverformules om de demonen te overhalen de zieke te verlaten. Het was belangrijk de juiste demon te herkennen, zodat die met zijn correcte naam werd aangesproken. Omdat hij er niet van overtuigd was dat de bezweringen altijd effect hadden, vond de asjipu het verstandig om aan de toverformules allerlei beloften toe te voegen die de demon tot vertrekken moesten verleiden. Om de vrouwelijke demon Lamasjtu te verjagen – zij viel zwangere vrouwen of baby’s aan – beloofde hij haar sieraden, spijzen, een ezel voor haar terugreis naar de onderwereld en een bootje om de rivier des doods over te steken.
Met allerlei rituelen gaf de asjipu meer kracht aan zijn bezweringen. Zo droeg hij speciale kledij als de ‘vreesaanjagende rode mantel’ of een gewaad dat zijn hoofd bedekte en op een vissenhuid leek. Zo kreeg de magiër de macht van de god van de waterdiepten en van de wijsheid, en kon hij de demonen uitdrijven. Soms verbrandde hij allerlei zaken die hij met de boze geesten vereenzelvigde. Of hij ontwarde knopen die de boeien van de zieke voorstelden. Bij die tovenarij gebruikte hij beeldjes die hij pijnigde en ten slotte vernietigde. Maar soms moest de asjipu zijn onmacht toegeven en voorspelde hij het naderende einde van de patiënt: ‘Als de patiënt blijft roepen “Mijn hoofd! Mijn hoofd”, is het in de hand van een god.’ Of: ‘Als hij tandenknarst terwijl zijn handen en voeten beven, is het in de hand van de god Sin; hij zal sterven!’
Technische fiche
Over deze reeks
Een overzicht van teksten uit het archief van iD, aangevuld met werkbladen en lessuggesties. Elk artikel is apart bestelbaar. Klik hier voor meer info over dit archief of klik op de titel om een stukje van het artikel te lezen.
De gewenste artikels worden in pdf-formaat bezorgd via mail. De teksten bevatten geen fotomateriaal of ondersteunende beelden.