De gesel van het noorden
Doe uw voordeel!
Maak gebruik van de promotiecode iDBlikRef (in te geven bij de bevestiging van het winkelmandje via de knop Bestellen) en ontvang bij een bestelling van minimum 4 artikels een korting van 40%!
De gewenste artikels worden in pdf bezorgd via mail. Hieronder de eerste alinea's van het artikel (uit tijdschrift Blikopener - schooljaar 2011-2012).
In 793 plunderden Vikings de abdij van Lindisfarne in het noorden van Engeland. Met die brutale overval begon de Vikingtijd: bijna drie eeuwen van terreur, plunderingen en veroveringen. Weldra weerklonk een nieuw gebed in de kerken en kloosters van West- Europa: ‘Van de razernij van de Noormannen, verlos ons, Heer!’
Het jaar 793 begon slecht voor de inwoners van Northumbria, een koninkrijk in het noordoosten van Engeland. Hevige wervelwinden teisterden de streek, bliksems doorkliefden de nachtelijke hemel. Dan brak er een hongersnood uit. Kort daarna, op 8 juni, plunderden Vikings de beroemde abdij van Lindisfarne, dat gelegen was op een eilandje voor de kust. De invallers slachtten de monniken en de nonnen af. De overlevenden voerden ze mee, om hen te verkopen als slaven.
Met die brutale overval begon de Vikingtijd: bijna drie eeuwen van terreur, plunderingen en veroveringen. Weldra weerklonk een nieuw gebed in de kerken en kloosters van West-Europa: ‘Van de razernij van de Noormannen, verlos ons, Heer!’ Zelfs de moslims in Spanje en Noord-Afrika vreesden de invallers uit het noorden.
Rusteloze noorderlingen
De Vikings woonden in Scandinavië: in het huidige Denemarken, Noorwegen en Zweden. Ze hadden heel wat redenen om de koninkrijken van het zuiden af te stropen. Het noorden was overbevolkt. Er heerste heel wat onrust. Er werden oorlogen uitgevochten en er vonden voortdurend afrekeningen plaats. De jongere Vikingzonen erfden haast niets en moesten zich een eigen plekje zien te veroveren. En de Vikings waren behept met een zucht naar roem, rijkdom en avontuur.
De Vikingschepen konden doordringen tot in rivieren ver in het binnenland. Hun verre rooftochten werden pas mogelijk nadat ze in de achtste eeuw een nieuw soort schip hadden ontwikkeld: de snek of drakkar. Die slanke schepen waren uitgerust met zeilen, maar ze konden ook worden voortbewogen met roeiers. De boten waren bestand tegen zware stormen. Ze hadden zo weinig diepgang – ongeveer een meter – dat ze overal konden aanmeren, en ze konden doordringen tot in rivieren ver in het binnenland. Een snek vervoerde soms meer dan zestig krijgers.
Technische fiche
Over deze reeks
Een overzicht van teksten uit het archief van Blikopener, aangevuld met werkbladen en lessuggesties. Elk artikel is apart bestelbaar. Klik hier voor meer info over dit archief of klik op de titel om een stukje van het artikel te lezen.
De gewenste artikels worden in pdf-formaat bezorgd via mail. De teksten bevatten geen fotomateriaal of ondersteunende beelden.