Een verhaaltje met een reukje
Doe uw voordeel!
Maak gebruik van de promotiecode iDBlikRef (in te geven bij de bevestiging van het winkelmandje via de knop Bestellen) en ontvang bij een bestelling van minimum 4 artikels een korting van 40%!
De gewenste artikels worden in pdf bezorgd via mail. Hieronder de eerste alinea's van het artikel (uit tijdschrift Blikopener - schooljaar 2010-2011).
De reukzin is het ondergeschoven kindje van onze zintuigen. Onterecht, want we gaan veel meer op geuren af dan we denken. Luchtjes kunnen je onweerstaanbaar maken, je waarschuwen voor narigheid of je humeur beïnvloeden.
Je loopt tijdens een avondje stappen langs een frietkraam en mmm, die geur is nauwelijks te weerstaan. Of je staat op de tram en de aftershave van de jongen naast je prikkelt je reukorgaan: het lijkt dezelfde geur als die van je eerste lief. Maar geur kan ook erg hinderlijk zijn: de walm uit het putje van een verstopte wasbak, daar wil je zo snel mogelijk vanaf. Hoe komt het dat geuren zulke hevige reacties opwekken?
Van de lucht die je binnenkrijgt, gaat het grootste deel naar je longen. Een klein gedeelte komt terecht in je neus, waar het de reukcellen prikkelt. Die zijn met zo’n vijftig miljoen. Ons reukvermogen is zo krachtig en subtiel dat we meer dan tienduizend geuren kunnen onderscheiden. En dat doen we via een stukje neusslijmvlies dat niet groter is dan een postzegel.
De neus heeft een geheugen
Het reukorgaan is een oud orgaan, dat eerder tot ontwikkeling kwam dan onze ogen en oren. Het geursignaal wordt rechtstreeks naar twee hersenblaasjes gestuurd, de bulbi olfactorii. Die staan in verbinding met het zogenaamde limbische systeem, het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor het geheugen. Dat verklaart waarom ons geurgeheugen groter is dan ons visuele geheugen.
Na een jaar herinneren we ons geuren met een precisie van 65 procent, terwijl ons van een foto na drie maanden slechts 50 procent bijblijft. Heel bekend is het madeleinefragment in de roman Op zoek naar de verloren tijd van de Franse schrijver Marcel Proust: als de hoofdpersoon een koekje in een kop bloesemthee dompelt, maakt dat herinneringen los aan het dorp waar hij als kind veel tijd doorbracht bij zijn oudtante Léonie.
Ruiken en proeven hangen nauw samen. Via de tong proeven we niet veel meer dan de vier basissmaken: zoet, zout, zuur en bitter. Nuances komen via de neus. Daarom knijpen we die dicht als we iets smerigs naar binnen moeten werken. Wie stevig verkouden is, proeft amper wat hij eet en heeft weinig trek. De geurzin heeft ook een alarmfunctie. Zo waarschuwt je neus je bijvoorbeeld voor bedorven voedsel. En je kunt nogal wat gevaarlijke stoffen ruiken voordat ze een risico vormen. Helaas geldt dat niet voor (geurloze) gassen zoals koolmonoxide en aardgas.
Technische fiche
Over deze reeks
Een overzicht van teksten uit het archief van Blikopener, aangevuld met werkbladen en lessuggesties. Elk artikel is apart bestelbaar. Klik hier voor meer info over dit archief of klik op de titel om een stukje van het artikel te lezen.
De gewenste artikels worden in pdf-formaat bezorgd via mail. De teksten bevatten geen fotomateriaal of ondersteunende beelden.