Op stap, op weg
Doe uw voordeel!
Maak gebruik van de promotiecode iDBlikRef (in te geven bij de bevestiging van het winkelmandje via de knop Bestellen) en ontvang bij een bestelling van minimum 4 artikels een korting van 40%!
De gewenste artikels worden in pdf bezorgd via mail. Hieronder de eerste alinea's van het artikel (uit tijdschrift Blikopener - schooljaar 2010-2011).
Dagje zee, namiddagje shoppen, skivakantietje in de Alpen ... De auto, de trein of het vliegtuig brengen ons er snel naartoe. Maar zich verplaatsen was niet altijd zo simpel. Nog tot diep in de 19e eeuw reisden de meeste mensen te voet. Wie op reis vertrok, kreeg de raad te biechten en een testament te maken. Een ongeluk was vlug gebeurd, een ziekte kon fataal zijn en roofridders en struikrovers maakten de wegen onveilig.
‘Nieuwe’ wegen
De Romeinen hadden doorheen heel Europa een schitterend wegennet aangelegd. Maar tijdens de chaos na de Germaanse invallen bekommerde niemand zich nog om de oude heirbanen. Ze lagen er verlaten bij en dienden soms als steengroeven. Reizigers waren er in die periode niet veel. Behalve legerbenden trokken slechts kooplieden, pelgrims en zwervers over de wegen. De heirbanen leidden ook naar oude, vervallen centra zoals Tongeren of Trier waar weinig mensen nog iets te zoeken hadden.
Om de nieuwe nederzettingen met elkaar te verbinden, groeide stilaan - spontaan en zonder planning - een nieuw wegennet van zandpaden en karrensporen. De hoofdwegen hadden meestal een breedte van 5 meter, zodat de wagens elkaar zonder veel moeilijkheden konden passeren. Voor een karrenspoor volstond 2,5 meter, een voet- of ruiterpad was nauwelijks 1 meter breed.
Wegperikelen
In de zomer waren de wegen stoffig, ’s winters herschiepen regen en sneeuw ze in modderpoelen. Kuilen en bulten bemoeilijkten het verkeer en ongevallen waren schering en inslag. Assen of wielen braken, karren zakten weg in de modder, bleven in de plassen steken of kantelden bij het oversteken van een rivier op een doorwaadbare plaats of wed.
Bij ons duurde de ellende tot in de 18e eeuw. Toen lieten de Oostenrijkers, geïnspireerd door het Franse voorbeeld, eindelijk gekasseide steenwegen aanleggen. Toch hadden de grote heren al in de 11e eeuw belangstelling gekregen voor het onderhoud van het wegennet en zelfs voor de aanleg van nieuwe aardewegen. Dat was te danken aan de heroplevende handel, de opkomst van de steden en het ontstaan van de grote jaarmarkten.
Zo raakte de grote weg die Brugge met de Brabantse steden en Keulen verbond rond 1150 in gebruik. In ruil voor bescherming en het uitvoeren van hoogstnodige herstellingen hieven graven, hertogen en later ook de steden een wegenbelasting. Op gemakkelijk controleerbare plaatsen als bruggen, kruispunten of stadspoorten moesten de reizigers tol betalen.
Technische fiche
Over deze reeks
Een overzicht van teksten uit het archief van Blikopener, aangevuld met werkbladen en lessuggesties. Elk artikel is apart bestelbaar. Klik hier voor meer info over dit archief of klik op de titel om een stukje van het artikel te lezen.
De gewenste artikels worden in pdf-formaat bezorgd via mail. De teksten bevatten geen fotomateriaal of ondersteunende beelden.