Niet zomaar een zondag
Doe uw voordeel!
Maak gebruik van de promotiecode iDBlikRef (in te geven bij de bevestiging van het winkelmandje via de knop Bestellen) en ontvang bij een bestelling van minimum 4 artikels een korting van 40%!
De gewenste artikels worden in pdf bezorgd via mail. Hieronder de eerste alinea's van het artikel (uit tijdschrift Blikopener - schooljaar 2010-2011).
Nooit eerder was de jeugdbeweging in Vlaanderen zo populair. Twee op de tien Vlaamse kinderen en jongeren tussen vijf en vierentwintig jaar zijn lid van de scouts, Chiro, KSJ-KSA-VKSJ of een andere jeugdorganisatie. Via spel willen die bewegingen hun leden niet alleen ontspanning bieden, maar hen ook waarden bijbrengen en hen leren samenwerken met anderen.
De jeugdbeweging in Vlaanderen heeft een lange geschiedenis. Toen België in 1830 ontstond, was de industriële revolutie volop aan de gang. Er veranderde veel in de maatschappij. De meeste mensen moesten hard werken; alleen een kleine - rijke - minderheid van de bevolking had het echt goed. Aan het einde van de negentiende eeuw ontstonden diverse groeperingen die de werk- en leefomstandigheden van de gewone man wilden verbeteren. Sommigen streden tegen de uitbuiting van de arbeiders, anderen wilden meer rechten voor vrouwen en kinderen. Dat verzet had onder meer tot gevolg dat de jeugd werd erkend als een aparte groep in de samenleving, die speciaal begeleid en beschermd moest worden. De katholieke kerk richtte in haar parochies bijvoorbeeld patronaten op – organisaties die de jeugd ontspanning boden en hen tegelijk een (godsdienstige) opvoeding gaven.
Grote veranderingen
Studerende jongeren stichtten eigen organisaties. Ook de toenmalige politieke partijen richtten aan het begin van de twintigste eeuw jeugdverenigingen op, zoals de socialistische Jonge Garde en het Landelijk Verbond der Liberale Jonge Wachten. In die periode werden onder meer ook de KSA (Katholieke Studenten Actie), de VKSJ (Vrouwelijke Katholieke Studerende Jeugd) en de KAJ (Kristelijke Arbeidersjongeren) opgericht. Ook de scouts en Chiro bestonden al in hun vroege vorm. Net zoals in de scholen werden de jongens in die organisaties gescheiden van de meisjes. Het was een belangrijk aandachtspunt van de jeugdbewegingen om de aangesloten jongeren normen en waarden bij te brengen, en hen te leren verantwoordelijkheid te nemen en zich in te zetten voor mekaar.
Met de economische heropleving van na de Tweede Wereldoorlog, en vooral vanaf de gouden jaren zestig, deden zich in de samenleving opnieuw grote veranderingen voor. Door de hoge welvaart hadden de mensen meer vrije tijd; ook voor jongeren dienden zich meer mogelijkheden aan om hun vrije tijd te besteden. De overheid toonde meer en meer aandacht voor het jeugdwerk, wat tot uiting kwam door de oprichting van jeugdhuizen en de speelpleinwerking. Doordat de meeste jongeren vaak al met andere hobby’s bezig waren, beseften de jeugdbewegingen dat ze zich in de eerste plaats moesten richten op recreatie en opvang voor kinderen tussen zes en twaalf jaar. Samen met de financiële steun van de gemeenten - bijvoorbeeld voor de bouw van lokalen - zorgden die evoluties ervoor dat het ledenaantal van de jeugdbewegingen fors steeg. Vandaag zijn meer dan 250 000 kinderen en jongeren in Vlaanderen lid van een jeugdbeweging.
Technische fiche
Over deze reeks
Een overzicht van teksten uit het archief van Blikopener, aangevuld met werkbladen en lessuggesties. Elk artikel is apart bestelbaar. Klik hier voor meer info over dit archief of klik op de titel om een stukje van het artikel te lezen.
De gewenste artikels worden in pdf-formaat bezorgd via mail. De teksten bevatten geen fotomateriaal of ondersteunende beelden.